Voor, tijdens en na de installatie moeten de klimatologische omstandigheden voldoen aan de volgende eisen:
Voor aanvang van de installatie dient u de laminaatvloer 48 uur lang in ongeopende verpakking te laten liggen in de ruimte waar hij gelegd moet worden.
Alle oppervlakken moeten voldoen aan de algemene technische eisen en volgens de gangbare norm geschikt zijn voor de installatie van een vloer. Bij het voorbereiden van het vloeroppervlak dienen de volgende vereisten in acht genomen te worden:
Naast betonnen oppervlakken kunnen ook PVC-vloeren, linoleumvloeren of bedekkingen met rubber of hout dienen als ondergrond mits ze voldoen aan de hierboven beschreven criteria.
Vloerbedekking bestaande uit textiel wordt als een ongeschikte ondergrond gezien.
Elektrisch verwarmde vloeren zijn maar beperkt geschikt als ondergrond.
De laminaatvloer kan gelegd worden op een door water verwarmde vloer. In dit geval dient u de instructies van de producent van de waterverwarming na te leven.
Het is mogelijk elektrische vloerverwarming te combineren met laminaatvloeren als de verwarmingselementen verwerkt zijn in de gegoten betonnen vloer en niet bovenop het beton liggen in de vorm van een zeil.
Pas op! De temperatuur van het oppervlak mag niet meer dan 28 graden bedragen.
Verwarmde vloeren die verwarmd worden met elektrische verwarmers in de vorm van een reguleerbar zeil kunnen geschikt zijn voor gebruik onder de laminaatvloer, als de producent van de verwarming kan garanderen dat de temperatuur van het oppervlak nooit hoger wordt dan 28 graden. Bij extreme temperatuurswisselingen ontwikkelen standaard vloerverwarmingen in de vorm van een zeil een oppervlaktemperatuur die vele malen hoger is dan 28 graden, waardoor ze ongeschikt worden geacht als onderlaag voor de installatie van een laminaatvloer.
Bekijk de vloerdelen, vind de groef (A) en het mes (B).
Leg de delen zodanig dat de beide kanten van het vloerdeel met het mes (B) naar de muur wijzen. Installeer voor het leggen van de vloerdelen de spalkhoutjes om afstand tot de muur te bewaren.
Leg de eerste rij door de vloerdelen aan de kopse zijde op de volgende wijze aan elkaar te klikken: bevestig het nieuwe vloerdeel aan het voorgaande vloerdeel door het mes onder een hoek in de groef te brengen. Leg het vloerdeel vervolgens neer totdat het op de vloer ligt.
Meet de benodigde lengte van het laatste vloerdeel in de eerste rij en zaag het onderdeel op de aangewezen plaats af. Begin de de tweede rij te leggen met het overgebleven stuk van het laatste vloerdeel van de eerste rij, maar alleen als de lengte ervan tenminste 200 mm bedraagt. Het leggen van alle volgende rijen dient steeds te beginnen met het gebruik van de rest van het laatste vloerdeel van de voorgaande ri.
Let op! Bij het leggen dienen de kopse naden van de vloerdelen in iedere volgende rij minstens 200 mm verschoven te worden ten opzichte van de kopse groef in de voorgaande rij. Bij vloerdelen met een afgeschuinde hoek en/of een speciale decoratieve tekening (bijvoorbeeld de imitatie van een tegel) moet u er op letten de vloerdelen zo te leggen dat de tekening of de hoek klopt.
Begin de tweede rij te leggen door de vloerdelen aan de kopse zijde aan elkaar vast te maken.
Wanneer de rij is samengesteld, tilt u hem op zet u het mes onder een hoek in de groef van de voorgaande rij, waarna u de rij neerlegt totdat de mes-en-groefsluiting over de hele lengte gesloten is.
Om de vloerdelen van de laatste rij in de lengte zo precies mogelijk af te zagen dient u:
Bij installatie in ruimten met een openbare of commerciële functie dient u rekening te houden met het feit dat deze ruimten vaak vochtiger zijn dan privéruimten. In dit geval dienen de onderdelen met speciale lijm aan elkaar gelijmd te worden. De lijm wordt op zo’n manier op de bovenkant van de groef aangebracht, dat de overtollige lijm bij het bevestigen van de onderdelen bij alle naden naar buiten komt. De resten van de lijm dienen direct van het oppervlak verwijderd te worden.
Let op! Zorg dat er na het vastmaken van de gelijmde onderdelen geen restruimte tussen hen overblijft.
Het verdient aanbeveling deurposten in te korten met de totale hoogte van de laminaatvloer plus de onderlaag. Daarna dient de vloerbedekking zo aangelegd te worden dat het vloerdeel onder de deurpost past, maar dat er wel een expansieruimte (8-10 mm) overblijft tussen het vloerdeel en de muur of de andere vloer. Als u de installatie van de laminaatvloer eindigt bij de deurpost dient de groef van het al gelegde vloerdeel met een beitel verwijderd te worden, zodat het volgende onderdeel precies kan aansluiten.
Op deze plaats dienen de onderdelen dan aan elkaar vastgelijmd te worden. Als de deurpost niet ingekort kan worden, bijvoorbeeld omdat hij van metaal is, kunt u de naden tussen de laminaatvloer en de muur en/of de andere vloer opvullen met elastisch vulmiddel of bedekken met een passend profiel.
* de afslijting van bovenste laag van laminaatvloer valt onder de strekking van de garantie
1. Сlass lass
2. Garantietermijn bij gebruik in woonruimtes
3. Garantietermijn bij gebruik in de openbare ruimtes